© Rootsville.eu

Boogie Boy - supp. act De Calle
Vlaanderen Feest
Ledeberg & Zelzate (11-07-2021)
report & photo credits: Anja Cleemput


info band: Boogie Boy

© Rootsville 2021


Op 11 juli ter organiseerde Ivan Bonne Vlaanderen Feest in cafe De Century. Het voorprogramma werd gebracht door “De Calle”, een solo-artiest uit Sint-Niklaas die vooral muziek maakt in de genres van het smartvolle “tussen een glimlach en een traan” Levenslied, Nederpop & Kleinkunst. Het repertoire van De Calle bestaat uit nummers van Boudewijn De Groot, Hugo Raspoet, Zjef Vanuytsel, Armand en andere kleinkunstenaars.

Zo kregen we onder andere volgende nummers te horen: Helena van Hugo Raspoet, De Zotte Morgen van Zjef Vanuytsel, “Langer Licht”, eigen nummer dat niet moest onderdoen voor voornoemden,… Sterven op het water op je vleugels van papier, “Amsterdam” van de recentelijk en zeer betreurde Kris de Bruyne, een prachtversie “Tim” (Wim de Craene), zelfs Kor van der Goten “Alles Komt Goed” (sic) passeerden de revue. Zelfs “Zeildoek op de botsauto” van Belcanto dreef voorbij langs ‘t kanaal en wij keken in de verte of er “Lichtjes van de Schelde” van blanche op zijn Bobbejaan aangejakkerd kwam, vene vidi vici De Calle, jazeker : de sfeer zat erin

Vervolgens gaan we naar het hoogtepunt van de namiddag, namelijk Boogie Boy met alweer een schitterende band, Eric Melaerts op gitaar, N8N op drums en Philip Kanza op bas. “Stormy Monday” klonk het op zondag, gebeiteld in Les Paul by eerwaarde E. Melaerts. Boogie Paul schaafde zijn schuurpapier en“Let the Good Times Roll” floepte eruit. Intro’s waren heerlijk langgerekte noten op BB zijn vintage orgeltje die naadloos overgingen naar “I Got A Woman”. En alweer swingde het! De 73-jarige immer olijke Ambach ontbood al zijn duivels om met zijn tedere geweldenaren los te barsten in een ingetogen “Georgia”, zijn zoon Nathan Ambach beschikt over zowat de beste witte soulstem van West-Europa en omstreken en zette die onder een brandende zon in vol ornaat open. Ivan Bonne keek met vochtige ogen toe en zag dat het goed was en Freddy Plasschaert kon de aanvoer van pinten niet goed bijhouden dus alles zat méér dan kits.

Father und Son Ambach wiederum im Duett met “Halleluya(h)” met een pompend orgel à la John Lord (Deep Purple) met een funky intermezzo waarin N8N voluit een endje mocht wegrappen en scatten à la Prince & Robert Palmer Power Station, Ambacht en nog ’n flard.“I got da feelin’ (James BROWN). Het was topentertainment van de zuiverste en bovenstebeste plank en zeker met “muddy” versies van “Hoochie Coochie Man” en “Got My Mojo Workin’” van Muddy Waters. Er volgde nog een uitgesponnen “What I’d Say” en er werd gejamd, gegrooved en gefunkateerd … op zijn krolst en zotst dat de kanaalpils vloeide “FEEL ALLRIGHT”??? “How Blue Can Ya Get” (BB King) viel ons ten deel, al snel gevolgd “Tobacco Road” en een wederom zinderend “Thrill is Gone” met papa Ambach und N8N afwisselend op zang met flitsen van de badass Soulbrother N°1 primitive cool : rudimentair en bijzonder effectief tegen slechte humeuren and other pains. Dan nog een bezielende uppercut van de “Mike Tyson of da Rhythm” met Louis “Satchmo” Amstrong zijn “What a wonderful World”, zo teder ingeleid in pianotaal van Clayderman, Bach, Chopin, Schöppenhauer & Vondel, met de beeldschone Viana Afoumou als hemelse backing.

Dat culmineerde weer in retestrakke funk, op een bedje van flukse ritmeguitar, oftewel real down low and fastpickin’ soul met bubbles & ballen. “Bring it on home” voorzien van de nodige papavers, pepers en knoflook Melaerts, eindigend in een massaal en collectief (150 man coronaproof) meegescandeerd vredeslied.

Over naar Ledeberg, dat is een mountain net “VEUR DE GHENTSE FIESTE” Aangezien er de laatste tijd al verschillende recensies zijn verschenen heb ik hier niet veel meer aan toe te voegen buiten het vasstaande feit dat BRASSERIE ACHTURENHUIS te Ledeberg een aanbevelenswaardige plek is en dat er een maar liefst zeskoppige BELGIAN ALL STAR BAND stond met Patrick Cuyvers, MaasDemets, Stevie’s Experience enne … Boogie Boy, wederom een vette mokerslag doordesemd van honing & vulkaan uit het nu wel op kamertemperatuur geleerlooide strottehoofd en er werd ook weer volop gejongleerd gelardeerd met veel oerkreten in sneltreinvaart met de messcherp metronoom en timekeeper TOTO POZNANTEK en weer een andere benadering van “How Blue Can You Get” dankzij STEVE MAES en ARNE DEMETS en DAVY BOSSUYT aan de bas, ditmaal vlijmscherp en zijdezacht, “a slightly different approach” met elke besetting die Paul Ambach op sleeptouw neemt, van Bocholt tot Tokio uiteraard.

In zijn slipstream neemt hij vaak geniaal goede muzikanten mee om telkens weer het beste uit hun en zichzelf te halen als een volleerde toreador, volksmenner and real universal PREACHER OF DA BLUES voor een heuse portie exquise gospelgroove en/of klaterende soulboogie op zijn pianootje, hier hic et nunc voluit een bedje spreidend voor de hemels dansende en zoevend zoemende Hammond treated very rigthiously bij Mr PATRICK CUYVERS die heidens lekker teutonisch ramde op zijne Leslie.

Ledeberg had nog recht op een staartje Acapella, solo en collectief ter bevordering van het keelsmeren und als Ode an die Lebensfreude natuurlijk, bien sûr en of course.

Buiken, heupen en middenrif werden her en der guitig/gulzig geschud. Enne terwijl BB Paul goedkeurend ginnegappend stond te grinniken nat van ‘t zweet kroop Jan de Bruyn, in de huid van, zowel David Gilmour als ene Chris Spedding (vaste guitarist bij Ferry Bryan). Het hese amalgaam symbioseerde hier simultaan en vingervlug en keelsgewijs lieten ze zowaar de Blunk of the sound of Blue Blot opborrelen ter nagedachtenis van the man Renneboog Luc, YoYoman (en bewonderd door de ons vrij recentelijk gelukkig vreedzaam ontvallen Tony Joe White)

Zo kwamen zowel de openhaard als de helleveeg hier op dit gezellig terras/plein volmondig tot uiting en veruitwendiging in superdeluxe not classical maar klassikaal klassevolle versies van internationale allure en welterusten werden we gewiegd door vooral en in de eerste plaats Boogiewonderboymangrandpèpé young Turky met Jan de Bruyn als kers op de taart “Everyday I have the Blues” (al te vaak een waarheid als een koe) met de witte soulstrot van Steve Maes. This was all real en wie er niet was kan hier alleen maar spijt van hebben, 3,5 or 4 hours (not in the midnight) of real soulbluesfunk. Hopelijk tot binnenkort, merci en dankuwel, tot Widersehen/ziens !